Het jaarsymposium op 5 oktober was een groot succes, met mooie sprekers en hartverwarmende verhalen. Brigitte de Jong schreef een verslag van het symposium.
Kansen benutten buiten de comfortzone
Vrijdag 5 oktober opent Hedwig van Bakel als nieuwe voorzitter van de DAIMH het 13ejaarsymposium. Met het thema ‘Bruggen bouwen’ wil de DAIMH de IMH-professionals aanmoedigen om buiten de comfortzone van het vertrouwde multidisciplinaire team te gaan kijken. Dit biedt kansen om nieuwe verbindingen vanuit andere, veel minder bekende perspectieven te leggen. Er is namelijk nog veel te doen om het IMH-gedachtegoed te verspreiden!
Muziek en het jonge brein
In de eerste presentatie van Arthur C. Jaschke is muziek de brug. Een typische IMH-ingang, want muziek beïnvloedt de ontwikkeling van het jonge nog zo plastische brein al voor de geboorte! Uit zijn zeer inspirerende verhaal leren we dat muziek zo’n belangrijke ‘influencer’ is doordat geluid via het oor bijna in directe verbinding staat met de thalamus, een zeer cruciale en centraal gelegen structuur in de hersenen met directe invloed op onze aandachts- en regulatiefuncties. Stimulatie van de thalamus zorgt voor een ‘work-out’ in het brein en de frontale kwab in het bijzonder. Hierdoor worden onder meer de ontwikkeling van de executieve functies gestimuleerd doordat het nog zo plastische brein nieuwe verbindingen kan gaan leggen. Uit onderzoek van Jaschke blijkt dat kinderen die al jong gericht muziekles aangeboden krijgen – met name zij die ook zelf muziek maken – hoger scoren op executieve functietestjes. Binnen de IC-units ziet hij dat, door met heel kleine stapjes muziek (neuriën) aan te bieden, het welzijn van de premature baby’s verbetert. En meer dan dat, zelfs de hele sfeer wordt meer ‘ZEN’. Co-regulatie met ouders en de betrokken verpleegkundigen en artsen versterken het effect.
Gezinnen in nood
Uit het verhaal van Gouke Bonsel leren we hoe belangrijk het is om de observaties van de kraamverzorgenden serieus te nemen om kindermishandeling te voorkomen. Hij laat zien hoe vaak het nog voorkomt en hoe ons gefragmenteerde zorgstelsel tekort schiet in het helpen van deze gezinnen in nood, een zeer ongemakkelijke waarheid die door beleidsmakers regelmatig uit de weg gegaan wordt. Aan de hand van nog niet-gepubliceerde onderzoeksbevindingen, gebaseerd op analyses van feitelijke observaties, laat Bonsel zien dat de ogen van de kraamverzorgende een zeer belangrijke sleutelrol moeten hebben in het tijdig herkennen van deze gezinnen zodat passende hulp geboden kan worden. Zij zijn het die de eerste acht dagen in huis komen en ervaren welke ingrijpende veranderingen zich voordoen wanneer een baby geboren wordt.
Heldere taal
Minke den Heijer maakt duidelijk dat de kraamverzorgenden onvoldoende erkenning ervaren; bij een calamiteit worden zij niet geraadpleegd! Zij sluit hiermee aan bij de bevinding van Bonsel. Vanuit haar bureau Babykennis biedt ze scholing aan diverse beroepsgroepen die betrokken zijn bij de geboortezorg. Ze benadrukthet belang van het gebruik van heldere taal om het IMH-gedachtegoed op verschillende niveaus binnen de hulpverlening en naar ouders toe te kunnen verspreiden. Hulpverleners binnen de geboortezorg hebben behoefte aan concrete vragen (kapstokzinnetjes) die ze aan ouders kunnen stellen. Om deze brug met taal te slaan heeft ze voor hulpverleners en ouders de informatiekaart ‘Signaleren en ondersteunen van de ouder-kind relatie’ ontwikkeld.
Kind met een beperking
En net als de kraamverzorgenden staan ook de ouderbegeleiders in gezinnen bij kinderen met een beperking voor de ingewikkelde taak om oprecht en betrokken naast het gezin te staan zonder vanuit een expertpositie adviezen te geven. Het is volgens de twee inleiders, Irma Uijen de Kleijn en Marloes van Oort, een hele uitdaging om ouders te blijven zien in hun ouderschap en je bewust te zijn van hun ambivalente gedachtes: ‘Je moet je eigen kind toch kunnen opvoeden’ versus ‘Je mag je kind geen kansen ontnemen’.
Ondersteunen via mentaliseren
Ouders ondersteunen in het mentaliseren staat centraal in het IMH-werk. Maar hoe geef je taal aan dat wat ons van binnen raakt en kan dat in alle situaties?Sanne Smit laat ons op een mooie manier voelen hoe helpend en helend het kan zijn om iets tastbaars (een moeder-kind beeld) te maken van dat wat van binnen leeft. Door samen met de ouder stil te staan bij het beeld, je te realiseren dat het beeld iets zegt over zowel de maker als over jezelf, ontstaat er een ruimte om het over die gevoelens te hebben.
One happy island …
Het prachtige verhaal van Burcu Korkut over haar werk in het kindertehuis Casa Cuna op Aruba raakt alle deelnemers in het hart. Ze begon vol goed moed en idealen, maar al snel wordt haar duidelijk dat achter het motto op Aruba ‘One happy Island’ veel diepe pijn schuilgaat. Ze ziet de transgenerationele overdracht van misbruik, verwaarlozing en geweld. Ze weet door de pijn te verdragen en door verbinding te blijven zoeken met de plaatsende instanties, op indrukwekkende wijze met kleine stapjes verandering te bewerkstelligen. Van belang is ook dat zij zichzelf blijft afvragen hoe het komt dat de kinderleidsters zich gedragen zoals ze zich gedragen en hen in hun gevoelens en angsten serieus te nemen. Er ontstaan nieuwe bruggen tussen de kinderen en de leidsters, tussen de ouders en hun kinderen.
Nieuwe bruggen slaan
We hebben mooie en hartverwarmende verhalen gehoord, elke spreker vanuit zijn eigen drive. En uit elk verhaal blijkt hoe belangrijk de relatie is om een nieuwe brug te slaan ten behoeve van het welzijn van het jonge kind en zijn ouders!
Brigitte de Jong